In de media
Titel
Datum
Publicatie
Onderwerp
Genre
De Verzamelaar die de kunst socialiseert
5/5/2012
EL PAÍS SEMANAL
mecenaat
artikel

Han Nefkens is een atypische verzamelaar. ‘Socialiserend’. Hij houdt zijn werken niet voor zichzelf, maar staat ze af aan musea. Uit zijn strijd tegen aids en de afasie die hem verlamde is een volledig nieuw mens herboren, die zich bewust is van het feit dat het de moeite waard is om te delen.


Jesús Ruiz Mantilla 15 april 2012

Het is heel makkelijk om Han Nefkens, de dolende Nederlander, te ontmoeten. Slechts één zee is voor hem punt van vertrek en terugkeer: de Middellandse Zee. Daar kwam hij op 19-jarige leeftijd aan in de buurt van Nice, op zoek naar licht en mensen op straat en daar legde hij jaren geleden aan in een andere haven, Barcelona, waar hij intens en rustig geniet van zijn derde leven…

Want Han Nefkens (Rotterdam, 1954) kan vooral als overlever worden beschouwd. Een overlever die door omstandigheden een genereus kunstverzamelaar is geworden, een literaire mecenas, een drijvende kracht achter modeprojecten, een schrijver – aan zijn journalistieke roeping heeft hij altijd vastgehouden – en een reiziger. Een overlever die sinds 1987 tegen het aidsvirus strijdt en tegen afasie en een hersenontsteking die 10 jaar geleden bijna een einde aan zijn leven maakten en die hem er onontkoombaar toe verplichtten om herboren te worden.

Herboren te worden lijkt in zijn geval precies van toepassing. Het virus tastte zijn hersenen aan, waardoor hij volledig verlamd raakte. Gedurende drie maanden kon hij niet eten, lopen, praten, hij herkende niemand, niet eens zichzelf. Hij vertelt dit in Tiempo prestado (De gevlogen vogel), een autobiografisch boek, in Spanje uitgegeven door Ediciones Alfabia, waarin Nefkens verhaalt over deze extreme ervaring die van hem een ander mens maakte, een ander dan zichzelf.

Verzamelen, kunstprojecten aanpakken, dat heeft hem gered na de vele hindernissen in zijn leven. Hij heeft aan bijna alles zin gegeven. Het gaat hem niet om verzamelen voor hemzelf of als belegging, maar om te delen. “Gefascineerd door de kunst, vroeg ik aan een bevriend museumdirecteur wat ik op een originele wijze voor hem kon doen. Ik wilde een effectieve band creëren tussen makers en publiek”, zegt Nefkens in de Fundación Joan Miró in Barcelona, waaraan hij een werk van Pipilotti Rist doneerde. “Als je het legateert, dan sla ik het op in het museumdepot, zei hij tegen me”. En zo begon zijn taak van socialiserend mecenaat. “Het verzamelen is een mythe, zoals het willen planten van een boom in je tuin en geloven dat die van jou is; hij zal altijd toebehoren aan de natuurlijke orde op dezelfde wijze als een kunstcreatie toebehoort aan de maatschappij waartoe het zich richt”. Zijn eerste aankoop was ook van Pipilotti Rist en heette 54. Dat was het begin van een samenhangend geheel dat hem ertoe gebracht heeft om een lijn van constante obsessies uit te diepen: “Wat alle werken gemeen hebben is hun ingehouden kracht, maar ook ben ik op zoek naar een poëtica, een licht, een portret van de afwezigheid en niet van de dood, omdat ik eigenlijk geloof dat ieder kunstwerk een rebellie is tegen de dood”, zegt Nefkens. Door deze en andere trekken, heeft de Nederlander – aan wie dit jaar door Arco de prijs van de internationale verzamelaar werd toegekend – werken bijeengebracht van Rist, maar ook van Sam Taylor-Wood, Bill Viola, Shirin Neshat, Jeff Wall, Félix González-Torres…

“Het verzamelen is een mythe, zoals het willen planten van een boom in je tuin en geloven dat die van jou is”

Ik wilde altijd al weg uit Nederland. “Zoals veel mensen niet passen in hun eigen lijf, zo heb ik nooit in mijn land gepast”, verzekert hij. “Ik wilde wonen op een plek met palmbomen, zon en stampvolle straten, ik was op zoek naar een opener sfeer, naar kleur”. Dat verlangen om te vluchten bracht hem er allereerst toe om aan te meren in Zuid-Frankrijk, zoals Van Gogh; daarna in de Verenigde Staten en in Mexico, waar hij Felipe ontmoette, de liefde van zijn leven, en sindsdien in Barcelona.

Mexico bezorgde hem evenveel lief als leed met zijn bedrog, tragedies en zijn doordringende nuances. Daar leefde hij zich helemaal uit en op een slechte dag daar, zonder zich er helemaal bewust van te zijn van wat ze tegen hem zeiden, kreeg hij te horen dat hij aids had: “19 november 1987, om zeven uur ‘s middags… gaven ze me het papier dat ik zelf midden op straat opende. Er stond: positief; ik was zo in de war dat ik niet wist of dat goed of slecht was”.

Er zijn indrukken die je niet vergeet. Vooral in die tijd, toen een dergelijk bericht je dood impliceerde: “Ik heb veel geluk gehad, de behandelingen redden me totdat er in 1996 geneesmiddelen op de markt kwamen die de ziekte veranderden in iets chronisch, in een deel van jou”.

Het was het tijdperk van de angst, de onbekendheid en het onbegrip. Het tijdperk van uiterste onzekerheid en de hoop op een wonder. “Velen die samen met mij het virus opliepen, konden het niet meer navertellen. Bovendien moest ik eraan wennen om samen te leven met heel ongemakkelijke vragen: ¿Sterven? Ontslaan ze me? Natuurlijk werd alles veel makkelijker voor me toen ik begrip voelde op mijn werk en binnen mijn familie, hoewel dat woord voor hen gelijk stond aan een doodvonnis. Ik was toen verslaggever in Mexico.”

Die sterke gevoelens zijn nog duidelijk aanwezig in mijn geheugen, ze zijn daar verankerd, genesteld in een hoekje van de hersenen en de huid, sterk verankerd met de herinnering aan de trauma’s: “Het was als het zien van een trailer in de bioscoop van een film die in première gaat wanneer jij in werkelijkheid die film al beleeft”.

Met de tijd overwon hij al deze tegenslagen. Maar evengoed kwamen er anderen. Een complicatie en een infectie in de hersenen maakten een einde aan een Han en opnieuw deden het lot en een adequate behandeling in een Nederlands ziekenhuis, waar ze hem opnamen toen hij de symptomen voelde, een andere Han ontstaan. “De eerste herinner ik me niet goed. Als ik me in zou spannen om opnieuw te weten hoe hij was, dan zou ik daar wel in slagen, maar het interesseert me niet.”

Hij houdt liever de huidige Han. Veel filosofischer, meer bezonnen, rustiger. “Veel bewuster van de broosheid van het menselijk wezen, maar ook en juist daarom van zijn kracht.” De nieuwe Han zegt liever zijn afspraken af om een lange wandeling met zijn hond te maken. De nieuwe Han weet dat hij niets van wat hij nu kan beleven voor later moet laten.

“Alles opnieuw leren na de afasie heeft ook zijn goede kanten. Zoals het gevoel om maagd te zijn.”

Misschien is dit nu allemaal zo, omdat hij zich verplicht zag zijn inspanningen te verdubbelen. “Opnieuw leren praten, eten, lopen is vervelend, maar het heeft ook zijn goede kanten.” Zoals? “Het gevoel dat je bepaalde dingen die je al kent voor het eerst doet. Het gevoel maagd te zijn….”

Misschien is dit geen idee waaronder alles is onder te brengen wat door die ervaring is heen is gegaan. Maar op zich draagt het een enorme kracht in zich. Maagd door weer sachertaart te proeven, maagd door te genieten van een eenvoudig bord sla dat met olie, azijn en zout is opgemaakt. “Wie krijgt er nu in zijn leven de kans om iets voor de tweede keer voor het eerst mee te maken?”, vraagt Nefkens zich af in Tiempo prestado. Maagd bij het bedrijven van de liefde. “Dat was makkelijker dan opnieuw te leren lopen, misschien omdat ik lag en er geen reden was voor angst om te vallen”, vertelt hij. Benijdenswaardig en paradoxaal, zich ervan bewust een aangename voortstuwende kracht te hebben gevonden in de kronkelige en niet altijd zekere taak zichzelf te reconstrueren.

Hij overwon veel onevenwichtigheden. “Ik was in alles extreem. Ik werd geconfronteerd met de onevenwichtigheid en de absolute bandeloosheid. Ik deed waar ik zin in had; als ik drie stukken taart wilde eten, dan at ik die, en als ik zes overhemden voor mezelf wilde kopen, dan deed ik dat. Het kostte me moeite om een redelijk denken aan te leren, om te leren wat normaal is.” Veel van die omgevormde gevoelens doen hem nu vaak onoverwinnelijk voelen. Als hij zijn relatie met beide ziekten vergelijkt, dan vindt hij dat aids zich op abstracte wijze van hem meester heeft gemaakt en dat de gevoelige verliezen van de hersenontsteking concreter waren. Dit heeft hem tot onverschrokkenheid gebracht.

“Ik weet niet of ik me tot alles in staat voel, maar ik probeer het.” Een gedurfde verzameling vormen, literaire beurzen toekennen aan jongeren – zoals de beurs die hij net heeft gelanceerd met Ediciones Alfabia en Pompeu i Fabra –, blijven schrijven… “Ik kan het doen, ik heb de middelen, waarom zou ik me er niet aan wagen?” En hij geeft zelf het antwoord. Het familiefortuin van zijn vader, een architect en projectontwikkelaar, stelt hem daartoe in staat. Hoewel hij zich er goed van bewust is dat dit alles plotseling kan eindigen: “Maar ook al is dat zo, dan zal ik toch vertrekken met het gevoel mijn verlangens na te jagen, ik zal nooit spijt hebben van iets dat ik gedaan heb, ik heb nooit iets gelaten voor later”.
De Verzamelaar die de kunst socialiseert
 
 
ArtAids

De ArtAids stichting werd in 2006 opgericht op initiatief van Han Nefkens. ArtAids gaat de strijd aan tegen AIDS, met de kracht van kunst als belangrijkste wapen. ArtAids nodigt vooraanstaande kunstenaars uit om op AIDS en aanverwante problemen geïnspireerd werk voort te brengen. Deze kunstwerken worden ingezet om mensen bewust te maken en hun betrokkenheid aan te moedigen.

Fundació Han Nefkens

De Han Nefkens Stichting is een non-profit organisatie die in 2009 in Barcelona is opgericht met als doel eigentijdse kunstwerken voort te brengen. Haar belangrijkste missie bestaat uit het stimuleren van scheppend werk in Barcelona, door internationale kunstenaars de mogelijkheid te bieden om kunstwerken te creëren en deze in de stad te laten zien en het bevorderen van andere aspecten van de hedendaagse creatie.

H+F

In 2000 begon Han Nefkens met het verzamelen van kunst die hij onderbracht in de H+F Collectie, genoemd naar hemzelf en zijn levensgezel Felipe. Sindsdien is hij niet alleen actief als verzamelaar maar ook als initiator van internationale kunstprojecten, vaak in samenwerking met musea en andere kunstinstellingen.