In de media
Titel
Datum
Publicatie
Onderwerp
Genre
‘Met mode en kunst kon ik eindelijk mensen bereiken’
13/3/2012
Het Financieele Dagblad
mecenaat
interview
Interview FD 3 maart 2012
Tekst: Karin Kuijpers
Foto’s: Marie Cecile Thijs

Wie: Han Nefkens
Wat: mode- en kunstmecenas, schrijver
Kocht werken aan van: Viktor & Rolf, Hussein Chalayan, Walter van Beirendonck
Geeft prijs van: € 25.000 aan modeontwerper

Han Nefkens werd 57 jaar geleden geboren met een ontbrekende rechterhand en te korte vingers aan zijn linkerhand. Gepest is hij er nooit mee. ‘Mijn moeder deed alsof ik alles kon. Liep ik met een kopje de kamer in, zei mijn vader “straks valt het”. Waarop mijn moeder antwoordde “Dan valt het maar.”’
Hij kan alleen geen veters strikken. Aan zijn voeten prijken dus zwart gepoetste lederen Prada’s met klittenbandjes. Het zachte, suède jasje dat hij draagt, de mouwen in normale lengte, is van Gucci, uit de tijd van Tom Ford. ‘Toen hadden ze nog een prima pasvorm.’

In Hotel de l’Europe bestelt hij koffie. ‘Natuurlijk, meneer Nefkens’, klinkt het. Hij is er twaalf jaar vaste gast. Minstens één keer per maand reist hij van zijn woonplaats Barcelona naar Amsterdam. Om zijn vrienden te zien, om een garnalencocktail te eten, om zijn mode-, kunst- en aidsprojecten. Met de souplesse van een volleerd gehandicapte brengt hij de koffie naar zijn mond.

Ook zonder zijn handicap zou hij zich als kind al anders hebben gevoeld, zegt hij. ‘Ik was vroegrijp, gevoelig en had een fantasierijke geest. Ik droomde over verre landen, over kunst, ik tekende kleding van deftige dametjes met mijn moeder als model. Zij zag er altijd prachtig uit, Chanel-chic. Ik vond geen aansluiting bij mijn leeftijdgenoten. Terwijl ik wel heel erg de drang voelde om erbij te horen.’

Haarscherp is het beeld dat hij op zijn zevende in zijn slaapkamer stond en uit het raam naar buiten keek. Naar lachende klasgenoten die aan het spelen waren. ‘Ik wilde zo graag bij hen zijn, maar ik voelde me verlamd. Toen ik eindelijk durfde te bewegen en naar beneden ging waren ze weg.’ Nefkens hield als kind al van mensen, hij kon ze alleen niet bereiken. Noem het eenzaamheid, ofwel het verlangen naar verbinding. Het heeft lang geduurd voordat hij zich op en van de wereld voelde.

Behoedzaam formuleert hij zijn woorden, vaak in literaire zinnen. Hierin klinkt de schrijver Nefkens door, die drie boeken schreef. Bloedverwanten over zijn jongere broer die op 31-jarige leeftijd aan aids overleed, zijn bundel columns Twee lege stoelen en De gevlogen vogel over zijn hersenontsteking in 2001. Schrijven voelt als noodzaak. In Barcelona schrijft hij elke dag. Eerst sporten met zijn personal trainer, dan ontbijten, daarna schrijven. ‘Verdriet is zinloos, maar door erover te schrijven geef ik het zin. Althans, zo voelt het.’
Voor iemand die het leven van veel schaduwkanten kent, ziet hij er monter uit. ‘Het gaat ook goed met me’, zegt hij met een ongrijpbare grijns. ‘Ik ben in de bloei van mijn leven.’

Hiv-besmet
Nefkens heeft het druk. Na Amsterdam volgt de kunstbeurs in Madrid, daarna gaat hij naar Thailand waar een tentoonstelling over aids wordt geopend en hij een gewillige prooi zal zijn voor de media. ‘Dat er in dit land over hiv en aids wordt gesproken, is al heel wat. Het is belangrijk dat mensen weten dat ze op moeten passen en zich moeten laten testen. Daar maak ik me sterk voor.’
In 1987 had Nefkens in Mexico, waar hij radiocorrespondent was, last van chronische hoestbuien. ‘Ik dacht dat het door de luchtvervuiling kwam, maar de dokter daar zei dat ik een hiv-test moest laten doen. Ik dacht “wat een sukkel, alleen omdat ik homo ben zeker.”’ De uitslag was positief. ‘Ik wist niet eens wat het woord betekende.’ Met een tweede test in Amerika werd het begrip ‘positief’ onomkeerbaar. ‘Veel jonge mensen gingen in die tijd dood. Ik was 33 en veel te jong om dood te gaan. Na een paar maanden van verwerking werd ik buddy. Dat was mijn middel om erachter te komen hoe ik dingen kon delen met mensen. Tot dan was ik alleen maar aan het rennen voor mijn werk als correspondent. Maar waarheen? Doordat ik besmet was, leerde ik dat ik niets moest uitstellen.’ Die houding heeft hij nog steeds. Maar: ‘We praten nu over projecten in 2014 en 2015. Vroeger durfde ik niet zo ver vooruit te denken.’

Nefkens ontvangt een inkomen uit het familievermogen dat hem in staat stelt een vrij leven te leiden. ‘Door mijn boezemvriend Frank Ligtvoet, voormalig cultureel attaché in New York, leerde ik hedendaagse kunst kennen. Ik was tot die tijd meer geïnteresseerd in klassieke kunst. Frank nam me mee naar galeries in New York en Parijs en leerde me kijken en begrijpen.’
Het videowerk van Pipilotti Rist in 1999 gaf de doorslag. ‘Zij had een zaal omgebouwd in een huis en in de kamers waren video’s geprojecteerd waar je de regen bijna kon voelen op je huid en bloemen kon ruiken. Er sprak voor mij een ingehouden kracht uit die mij deed herinneren aan het verlangen naar mensen dat ik als kind had. Twee uur later kwam ik eruit en dacht: “Dit is een wereld waarvan ik deel wil uitmaken.”’
Via een vriend uit de kunstwereld werden de grote musea benaderd met de mededeling dat hij samenwerking zocht. ‘Niemand kende me, niemand reageerde, alleen Sjarel Ex, toenmalig directeur van het Centraal Museum in Utrecht. Hij bleek ook van Pipilotti Rist te houden. Het was het eerste werk dat ik kocht en dat ging meteen naar het Centraal Museum.’ Kunst en mode raakten elkaar toen hij het werk zag van Viktor & Rolf. ‘Ik hield altijd al van mode. Mode is een boeiende manier om te zien hoe we in de wereld staan. Over hoe je gezien wilt worden. Ben je een punker of van de parelketting?’

Door de kunstwereld werd mode tot dan toe nauwelijks als kunstvorm gezien, Nefkens bracht hierin verandering met zijn aankopen van en opdrachten aan Viktor & Rolf, Hussein Chalayan en Walter van Beirendonck. ‘Ik wil het snijvlak van mode en kunst onderzoeken. Ik weet zeker dat veel ontwerpers in hun achterhoofd een onuitgevoerde droom hebben. Ik wil ze in staat stellen hun fantasieën uit te voeren.’

Plotseling dement
In 2001 maakte een ontsteking in zijn hersenen een voortijdig einde aan zijn nieuwe wereld. ‘De ergste periode in mijn leven. Van de ene op de andere dag kon ik niet meer praten, niet meer eten, niet meer lopen. Ik was dement. Mijn ogen rolden in mijn kassen, ik was labiel en agressief. Het is ongelooflijk zwaar als je een sleutel niet in het sleutelgat kunt stoppen omdat je hand te veel trilt. Dan kun je niet naar buiten. Het was verschrikkelijk voor mij, maar ook voor mijn vriend Felipe. Hij wist niet of het tijdelijk was of dat ik altijd zo zou blijven.’

Maandenlang verbleef Nefkens in het AMC in Amsterdam. Daarna kreeg hij fysiotherapie en spraak- en leesles. ‘In die periode schreef ik wel stukjes, maar ik kon ze zelf niet lezen. Ik heb verschillende keren gedacht “I am back”, maar het bleek nog lang niet zover. Pas in 2004 was ik er echt weer. Een krachtiger versie van Han Nefkens dan ooit tevoren. Ik heb hard moeten vechten om alle normale dingen weer opnieuw te leren. Dat doorzettingsvermogen is gebleven en dat uit zich nu in de dingen die ik onderneem. Alleen mijn evenwicht is niet zo geweldig en ik vergeet zo nu en dan dingen, maar dat gebeurt wel meer bij mensen van 57.’

Nefkens heeft 33 jaar een relatie met de Mexicaan Felipe, een restaurateur van meubels. Hoe hij de relatie goed houdt? Hij grinnikt. Ach, je moet jezelf niet te serieus nemen en een ander in zijn waarde laten. Felipe is heel rustig en zorgzaam. Ik ervaar nog steeds liefde. Het gaat goed met ons samen, dat was tijdens de periode van herstel anders. We zijn samen sterker geworden.’

Drukker dan ooit is Nefkens nu met zijn kunst- en aidsprojecten. In het begin kocht hij nog voornamelijk bestaande kunst. Een verzilverde jurk van Viktor & Rolf, een hoed van Hussein Chalayan met led-licht. Nu geeft hij alleen nog opdrachten. ‘Dat is veel leuker dan gewoon een stuk van de muur te halen omdat ik er ook meer betrokken bij ben.’ Verheugd is hij over het feit dat musea steeds meer tentoonstellingen maken over mode en modeontwerpers. ‘Maar ik ga verder dan het tentoonstellen, ik wil de ontwerper iets nieuws laten creëren, iets dat nog niet bestaat.’

Nefkens koopt zijn kunst niet als investering maar om te delen. ‘Delen is het tegengif tegen eenzaamheid’, vindt hij. ‘Als jongetje hield ik van mensen, ik kon ze alleen niet bereiken. Door mode en kunst is me dat wel gelukt. De werken die ik koop geef ik in bruikleen aan musea, na mijn dood maken ze deel uit van hun collectie.’ De enige voorwaarde die hij stelt is dat musea de Nefkens-collectie eens per vijf jaar tonen.

Prijs voor ontwerpers
Nefkens riep in 2005 de H+F Fashion Award in het leven, een tweejaarlijkse internationale prijs van € 25.000 om modeontwerpers de kans te geven moeilijke projecten te realiseren. Dit jaar kreeg de jonge Koreaanse ontwerpster Regina Pyo de prijs. Zij gaat een presentatie maken die in september in museum Boijmans Van Beuningen wordt getoond. ‘We werken met scouts over de hele wereld. Deze keer lag de nadruk op niet-westerse ontwerpers. Ik vind het leuk om te volgen hoe het daarna gaat, de verbazing en blijheid van de winnaar die nauwelijks kan geloven dat ze een vrij project mag maken, de gesprekken die we voeren bij het creatieve proces en dan uiteindelijk de tentoonstelling waarin al die ideeën tastbaar zijn geworden.’

Nefkens komt de laatste jaren meer in de openbaarheid als mecenas. ‘Dat vond ik moeilijker dan uit de kast komen als homoseksueel of hiv-patiënt. Er kleeft zo’n air aan mecenas. Iemand met geld moet discreet zijn. Maar Sjarel Ex vond dat ik een voorbeeld moest geven aan andere privésponsoren. En het werkt.’

Hij geeft graag weg. Elk jaar stuurt hij dozen met niet vaak gedragen kleding naar zijn vrienden. Die dozen staan bekend als de Nef-Nef-collectie. Hij lacht: ‘Het is toch leuk als anderen er meer plezier van hebben dan ik.’

Curriculum vitae
Geboren 1954 te in Rotterdam.
Studeert journalistiek in Frankrijk en de VS.
Werk Van 1978 tot 1989 is Nefkens radiocorrespondent in Mexico, waar hij in 1987 hoort dat hij seropositief is. In 1995 debuteert hij met Bloedverwanten en schrijft daarna o.a. De gevlogen vogel, over het herstel na zijn hersenontsteking.
Kunstverzameling De kunstwerken die hij vanaf 2001 aankoopt, brengt hij onder in de H+F collectie, waarnaar hij de Award noemt die hij in 2005 in het leven roept.

Voor zijn werk als mecenas ontvangt Nefkens in 2011 de Zilveren Anjer.
‘Met mode en kunst kon ik eindelijk mensen bereiken’
 
 
ArtAids

De ArtAids stichting werd in 2006 opgericht op initiatief van Han Nefkens. ArtAids gaat de strijd aan tegen AIDS, met de kracht van kunst als belangrijkste wapen. ArtAids nodigt vooraanstaande kunstenaars uit om op AIDS en aanverwante problemen geïnspireerd werk voort te brengen. Deze kunstwerken worden ingezet om mensen bewust te maken en hun betrokkenheid aan te moedigen.

Fundació Han Nefkens

De Han Nefkens Stichting is een non-profit organisatie die in 2009 in Barcelona is opgericht met als doel eigentijdse kunstwerken voort te brengen. Haar belangrijkste missie bestaat uit het stimuleren van scheppend werk in Barcelona, door internationale kunstenaars de mogelijkheid te bieden om kunstwerken te creëren en deze in de stad te laten zien en het bevorderen van andere aspecten van de hedendaagse creatie.

H+F

In 2000 begon Han Nefkens met het verzamelen van kunst die hij onderbracht in de H+F Collectie, genoemd naar hemzelf en zijn levensgezel Felipe. Sindsdien is hij niet alleen actief als verzamelaar maar ook als initiator van internationale kunstprojecten, vaak in samenwerking met musea en andere kunstinstellingen.